Wordt alleen gebruikt om het resultaat naar toe te versturen
niet = De jongere begrijpt niets van wat ik zeg.
volledig = De jongere begrijpt alles.
niet = De jongere gebruikt woorden en zinnen, waarvan hij zelf de inhoud niet begrijpt.
volledig = De jongere begrijpt heel goed wat hij zegt.
niet = De jongere is het volgende moment alweer vergeten wat hij gehoord, gezien of gelezen heeft.
volledig = De jongere weet de informatie nog heel goed.
niet = De jongere wordt overspoeld door de informatie die hij aangereikt krijgt en weet niet waar te beginnen.
volledig = De jongere haalt de belangrijkste punten uit de
aangeboden informatie en gaat daarmee aan de slag.
niet = De jongere heeft de boodschap niet begrepen, hij weet niet wat er concreet van hem verwacht wordt.
volledig = De jongere begrijpt heel goed wat er van hem verwacht wordt.
niet = De jongere zet de boodschap, die slechts mondeling gegeven wordt, niet in actie om.
volledig = De jongere doet wat hem mondeling verteld wordt.
niet = De jongere reageert te laat op wat er gebeurt, of gezegd en bedoeld wordt.
volledig = De jongere reageert snel op wat er gebeurt of gezegd en bedoeld wordt.
niet = De jongere heeft een ander verhaal van wat er gebeurt, of gezegd wordt.
volledig = De jongere begrijpt het verhaal zoals het wordt
bedoeld.
niet = Ik ga er vanuit dat de jongere mij begrijpt.
veel = Ik neem er de tijd voor om te controleren of de jongere mij begrijpt.
niet = Ik check niet of de jongere de betekenis, van de zinnen en woorden die hij gebruikt, kent.
veel = Ik controleer voortdurend of de jongere de betekenis, van de zinnen en woorden die hij gebruikt, ook kent.
niet = Ik bied de informatie eenmalig aan en herhaal het niet.
veel = Ik blijf de informatie herhalen.
niet = Ik stem de informatie niet speciaal af op de jongere.
veel = Ik bied de informatie overzichtelijk en in behapbare proporties aan. En ik maak concreet wat belangrijk is.
niet = Ik vertel in grote lijnen wat ik van de jongere verwacht.
veel = Ik ben precies in wat ik zeg en ik maak concreet wat ik van de jongere verwacht.
niet = Ik breng mijn boodschap volledig mondeling.
veel = Ik pas mijn communicatie aan aan het niveau van de jongere en ondersteun mijn mondelinge boodschap met middelen zoals gebarentaal, geschreven woord, picto’s.
niet = Ik bied de jongere geen extra tijd om te reageren op wat er gebeurt, of gezegd en bedoeld wordt.
veel = Ik neem veel tijd, zodat de jongere de informatie kan verwerken en kan reageren.
niet = Ik bied de informatie niet specifiek aan en check niet of de jongere de informatie begrijpt zoals bedoeld wordt.
veel = Ik maak alles zo simpel mogelijk, doseer de informatie en ik check of hij het juist begrepen heeft.
niet = De jongere mist de benodigde vaardigheden en doet de taak niet op de juiste manier.
volledig = De jongere beschikt over de benodigde vaardigheden en voert de taak op passende wijze uit.
niet = De jongere houdt zijn aandacht er niet bij en dwaalt helemaal van de opdracht af.
volledig = De jongere houdt zijn aandacht er helemaal bij.
niet = De jongere neemt het voorbeeldgedrag van de begeleider niet over.
volledig = De jongere neemt het voorbeeldgedrag van de
begeleider over.
niet = De jongere doet een faalervaring op, doordat het hem niet zelf lukt.
volledig = De jongere probeert zelf uit hoe het moet en ervaart dat hij het kan.
niet = De jongere legt alle schuld van wat fout gaat bij de ander of de omstandigheden.
volledig = De jongere kan reflecteren op zichzelf, kan zien wat goed gaat en weet wat hij aan gedrag moet veranderen.
niet = De jongere kiest geen geschikt moment, hij wil het nu en meteen.
volledig = De jongere kan wachten tot hij aan de beurt is of er ruimte is om bijvoorbeeld zijn vraag te stellen.
niet = De jongere voelt de humoristische boodschap of grap niet aan en begrijpt hem niet.
volledig = De jongere laat zien dat hij het grappig vindt.
niet = Ik laat de jongere de taak zelfstandig uitvoeren.
veel = Ik neem de taak van de jongere over.
niet = Ik neem geen maatregelen om te voorkomen dat de jongere afdwaalt en last heeft van de prikkels om hem heen.
veel = Ik zorg ervoor dat de jongere niet afgeleid kan worden door gepaste maatregelen te nemen, zodat de prikkels de jongere niet bereiken.
niet = Ik moedig de jongere niet speciaal aan om mijn voorbeeldgedrag te volgen.
veel = Ik laat de jongere duidelijk zien dat hoe ik doe, voorbeeld is van goed gedrag.
niet = Ik laat het aan de jongere over hoe zich te gedragen in de nieuwe situatie.
veel = Ik oefen van tevoren uitgebreid met de jongere hoe zich te gedragen in de nieuwe situatie.
niet = Ik neem de situatie en hoe de jongere zich heeft gedragen niet met hem door.
veel = Ik leg de jongere zorgvuldig uit wat goed ging en wat hij de volgende keer anders kan doen.
niet = Ik laat het aan de jongere zelf over wanneer hij iemand iets wil vragen of wat wil zeggen.
veel = Ik maak de jongere duidelijk welk moment geschikt is om iets te vragen of te zeggen.
niet = Ik let er niet op hoe ik humor gebruik en of de jongere het begrijpt.
veel = Ik ben voorzichtig in het gebruiken van humor.
niet = De jongere is heel onzeker, hij laat geen vertrouwen zien dat hij het (aan)kan.
volledig = De jongere gelooft in wat hij kan, hij is positief over wat hij (aan)kan.
niet = De jongere laat niet merken dat hij hulp nodig heeft, hij zoekt het zelf uit.
volledig = De jongere doet een nadrukkelijk beroep op de
begeleider.
niet = De jongere is bang om nieuwe situaties aan te gaan, hij houdt zich vast aan wat hij gewend is.
volledig = De jongere durft iets nieuws te proberen.
niet = De jongere blijft bij het vertrouwde en bekende en gaat niet op onderzoek uit.
volledig = De jongere gaat uit zichzelf op onderzoek uit.
niet = De jongere denkt niet goed na en maakt geen verstandige keuze.
volledig = De jongere denkt goed na welke opties er zijn en maakt een verstandige keuze.
veel = De jongere zegt niet hoe hij erover denkt of wat hij ervan vindt.
volledig = De jongere spreekt duidelijk uit wat hij ervan vindt en hoe hij erover denkt.
niet = Ik ondersteun de jongere niet door hem extra aan te moedigen.
veel = Ik moedig de jongere extra aan en geef veel bevestiging in wat de jongere goed doet.
niet = Ik laat het aan de jongere over of hij mij om hulp wil vragen.
veel = Ik ga met de jongere in gesprek om erachter te komen waar ik hem bij kan helpen, ook als hij zegt het zelf (aan) te kunnen.
niet = Ik laat de jongere het meteen zelf doen en ervaren.
veel = Ik ga samen met de jongere de nieuwe situatie aan, bereid het goed met hem voor en ga (letterlijk) naast hem staan.
niet = Ik laat het aan de jongere over of hij iets (nieuws) onderneemt of niet.
veel = Ik moedig de jongere zo veel mogelijk aan om iets (nieuws) te doen of ondernemen.
niet = Ik laat de jongere zelfstandig kiezen.
veel = Ik help de jongeren bij het maken van een verstandige keuze: ik leg hem een (beperkt) aantal opties voor, leg uit waarom dit verstandige keuzes zijn en moedig hem aan een keuze te maken.
niet = Ik laat het aan de jongere over te zeggen hoe hij erover denkt en wat hij ervan vindt.
veel = Ik moedig de jongere aan zijn mening te geven en ik help hem van tevoren te bedenken wat hij vindt en hoe hij dat kan uiten.
niet = De jongere snapt niet wat er gebeurt en reageert niet adequaat. Hij komt sociaal gezien niet mee.
volledig = De jongere begrijpt wat er gebeurt en reageert
adequaat. Hij doet mee.
niet = De jongere beheerst de benodigde sociale vaardigheid niet.
volledig = De jongere gebruikt de benodigde sociale
vaardigheid op een passende manier.
niet = De jongere houdt geen rekening met de ander en stelt zijn eigen visie en belangen centraal.
volledig = De jongere houdt rekening met de standpunten
en het gevoel van de ander.
niet = De jongere komt niet voor zichzelf op,
hij laat over zich heen lopen.
volledig = De jongere geeft aan wat hij wil, denkt of voelt.
Hij geeft zijn grenzen goed aan.
niet = De jongere ziet niet in wat ‘goed’ en ‘niet goed’ is en houdt zich niet aan de omgangsregels.
volledig = De jongere begrijpt heel goed wat ‘goed’ en ‘niet goed’ is. Hij houdt rekening met de omgangsregels.
niet = De jongere reageert impulsief en doet/zegt wat er op dat moment in hem opkomt.
volledig = De jongere bedenkt eerst hoe hij gaat reageren,
voordat hij iets zegt/doet.
niet = De jongere houdt zich star vast aan de gemaakte omgangsregels en afspraken.
volledig = De jongere denkt na over de regels en afspraken en hij doet het anders als dat beter en passend is.
niet = De jongere barst los bij het minste of geringste.
volledig = De jongere uit zijn boosheid en agressie op een
adequate manier.
niet = Ik leg niet uit hoe de sociale situatie in elkaar zit en welk gedrag daarbij past. Ik laat de jongere het zelf doen.
veel = Ik neem het van de jongere over en benoem vervolgens (later) wat er precies gebeurt en welk gedrag gepast is.
niet = Ik laat de jongere zelf zijn gang gaan in het contact.
veel = Ik sta naast de jongere en neem het van de jongere over.
niet = Ik zeg niets, ik laat het aan de jongere over hoe hij reageert.
veel = Ik maak nadrukkelijk duidelijk welk gevoel en mening de ander heeft om rekening mee te houden.
niet = Ik help de jongere niet om voor zichzelf op te komen. Ik laat het hem zelf doen.
veel = Ik geef de grens aan, omdat de jongere het niet kan.
niet = Ik leg de jongere niets uit en laat het aan hem over hoe hij reageert.
veel = Ik vertel de jongere wat de omgangsregels zijn en leg hem duidelijk uit wat ‘goed’ en ‘niet goed’ is.
niet = Ik help de jongere niet, ik laat het aan hem over hoe hij reageert.
veel = Ik neem het van de jongere over, omdat hij zonder eerst na te denken meteen reageert.
niet = Ik laat het aan de jongere over hoe hij de omgangsregels en afspraken gebruikt.
veel = Ik vertel de jongere wat de omgangsregels en afspraken zijn en doe voor hoe je ermee omgaat.
niet = Ik laat de jongere zijn emotie van boosheid en agressie op zijn manier uiten.
veel = Ik help de jongere in de situatie bij het uiten van boosheid en agressie en bespreek en oefen dit ook van tevoren met hem.