|
|
Zelfbeoordelingslijst: Ondersteuning aan mensen met verstandelijke beperkingen en dementie
Een hulpmiddel voor optimale dementiezorg |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. Wettelijke kader
Personen die dementie ontwikkelen of verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van dementie,
hebben toegang tot onderzoek, behandelingen en begeleiding die worden verleend binnen de bestaande wet- en regelgeving. |
|
1. Wettelijke kader
Personen die dementie ontwikkelen of verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van dementie,
hebben toegang tot onderzoek, behandelingen en begeleiding die worden verleend binnen de bestaande wet- en regelgeving. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. Persoonsgegevens
De organisatie heeft een register/bestand waarin gegevens van de cliënten zijn opgeslagen.
Het register/bestand is zowel bedoeld voor eigen gebruik als voor het verschaffen van informatie aan
derden (IGZ, CBS), met inachtneming van de privacyregels. Het register/bestand bevat van iedere
cliënt in ieder geval achtergrondgegevens (geslacht, leeftijd, woonsituatie, niveau en etiologie van
verstandelijke beperkingen, niveau van sociaal emotionele ontwikkeling, informatie over aard, stadium
en etiologie van de dementie, gegevens over behandeling en medicijngebruik en informatie over
het persoonlijke netwerk). |
|
2. Persoonsgegevens
De organisatie heeft een register/bestand waarin gegevens van de cliënten zijn opgeslagen.
Het register/bestand is zowel bedoeld voor eigen gebruik als voor het verschaffen van informatie aan
derden (IGZ, CBS), met inachtneming van de privacyregels. Het register/bestand bevat van iedere
cliënt in ieder geval achtergrondgegevens (geslacht, leeftijd, woonsituatie, niveau en etiologie van
verstandelijke beperkingen, niveau van sociaal emotionele ontwikkeling, informatie over aard, stadium
en etiologie van de dementie, gegevens over behandeling en medicijngebruik en informatie over
het persoonlijke netwerk). |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. Screening en diagnostiek
Personen die dementie ontwikkelen of verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van dementie,
hebben gemakkelijk en vrij toegang tot een veelomvattende protocollaire screening en diagnostiek. |
|
3. Screening en diagnostiek
Personen die dementie ontwikkelen of verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van dementie,
hebben gemakkelijk en vrij toegang tot een veelomvattende protocollaire screening en diagnostiek. |
|
|
De screening en de diagnostiek hebben de volgende uitgangspunten:
- Multidisciplinaire inbreng.
- Betrokkenheid van de verwanten in de anamnese (geven van informatie vanuit eigen ervaringen en observaties).
- Bij voorkeur inbreng van verwanten, danwel observaties/video-opnames.
- Heldere en tijdige verslaglegging.
Zij houden het volgende in:
- Anamnese en basismeting. Uitsluiten van andere oorzaken van verminderde functioneren/achteruitgang.
- Testbatterij (inhoud en frequentie) naar etiologie en niveau verstandelijke beperkingen.
- Vastgesteld tijdpad/traject van verwijzingen.
- Vastgestelde vervolgacties (herhaling diagnostiek, verwijzingen).
|
|
De screening en de diagnostiek hebben de volgende uitgangspunten:
- Multidisciplinaire inbreng.
- Betrokkenheid van de verwanten in de anamnese (geven van informatie vanuit eigen ervaringen en observaties).
- Bij voorkeur inbreng van betrokken persoon, danwel observaties/video-opnames.
- Heldere en tijdige verslaglegging.
Zij houden het volgende in:
- Anamnese en basismeting. Uitsluiten van andere oorzaken van verminderde functioneren/achteruitgang.
- Testbatterij (inhoud en frequentie) naar etiologie en niveau verstandelijke beperkingen.
- Vastgesteld tijdpad/traject van verwijzingen.
- Vastgestelde vervolgacties (herhaling diagnostiek, verwijzingen).
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. Persoonsgerichte zorg
Personen die dementie ontwikkelen of verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van dementie,
krijgen ondersteuning volgens geĆÆndividualiseerde, persoonsgerichte principes. Zo kan worden
aangesloten bij de behoeften van de persoon. Leidraad hierbij is de indeling in levensgebieden van
de kwaliteit van bestaan (Schalock e.a., 2008). |
|
4. Persoonsgerichte zorg
Personen die dementie ontwikkelen of verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van dementie,
krijgen ondersteuning volgens geĆÆndividualiseerde, persoonsgerichte principes. Zo kan worden
aangesloten bij de behoeften van de persoon. Leidraad hierbij is de indeling in levensgebieden van
de kwaliteit van bestaan (Schalock e.a., 2008). |
|
Deze levensgebieden zijn de volgende:
Welbevinden
- emotioneel welbevinden
- lichamelijk welbevinden
- materieel welbevinden
Zelfbepaling
- zelfbepaling
- persoonlijke ontwikkeling
Sociale participatie
- interpersoonlijke relaties
- sociale inclusie
- rechten
Voor de invulling van de levensgebieden kan het visiedocument van de leidraad Oud en Gelukkig worden geraadpleegd. |
|
Deze levensgebieden zijn de volgende:
Welbevindenemotioneel
- welbevinden
- lichamelijk welbevinden
- materieel welbevinden
Zelfbepaling
- zelfbepaling
- persoonlijke ontwikkeling
Sociale participatie
- interpersoonlijke relaties
- sociale inclusie rechten
Voor de invulling van de levensgebieden kan het visiedocument van de leidraad Oud en Gelukkig worden geraadpleegd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. Interventies
Mensen die dementie ontwikkelen hebben toegang tot de noodzakelijke professionele
ondersteuning over de gehele breedte van de gezondheidszorg. Uitgangspunt daarbij is het
nakomen van afspraken die in het ondersteuningsplan zijn gemaakt. |
|
5. Interventies
Mensen die dementie ontwikkelen hebben toegang tot de noodzakelijke professionele
ondersteuning over de gehele breedte van de gezondheidszorg. Uitgangspunt daarbij is het
nakomen van afspraken die in het ondersteuningsplan zijn gemaakt. |
|
Tot mogelijke interventies behoren:
- Verstrekken van benodigde medicijnen.
- Hulpmiddelen om de mobiliteit te behouden of zo min mogelijk te laten achteruitgaan.
- Specialistische ondersteuning om stress te vermijden.
- Strategieën voor het behoud van orale inbreng op een veilige manier (slikprotocol, eet- en dieetprogramma's).
- Hulp om continentie te behouden of zo min mogelijk te laten achteruitgaan.
- Strategieën voor communicatiehulp, zoals communicatiepaspoorten en picto's.
- Aanvullende ondersteuning om zelfzorg en huishoudelijke vaardigheden te behouden en aanpassingen van de omgeving voor het dagelijkse leven.
- Ondersteuning om mee te doen aan faalvrije activiteiten (aromatherapie, muziek, kunsttherapie, e.d.).
- Gebruik van verschillende methodieken zoals bijv. belevingsgerichte zorg, levensboeken en validation therapie.
- 'Dementia care mapping' (onderzoek wees uit (FS SChaap, 2019) dat DMC weinig effectief is in de VG-sector).
- Gedragsmanagement, inclusief promotie van positief gedrag en zelfwaardering, angstmanagement en opzetten van programma's voor uitdagend gedrag, opzetten van plannen voor crisisinterventie.
|
|
Tot mogelijke interventies behoren:
- Verstrekken van benodigde medicijnen.
- Hulpmiddelen om de mobiliteit te behouden of zo min mogelijk te laten achteruitgaan.
- Specialistische ondersteuning om stress te vermijden.
- Strategieën voor het behoud van orale inbreng op een veilige manier (slikprotocol, eet- en dieetprogramma's).
- Hulp om continentie te behouden of zo min mogelijk te laten achteruitgaan.
- Strategieën voor communicatiehulp, zoals communicatiepaspoorten en picto's.
- Aanvullende ondersteuning om zelfzorg en huishoudelijke vaardigheden te behouden en aanpassingen van de omgeving voor het dagelijkse leven.
- Ondersteuning om mee te doen aan faalvrije activiteiten (aromatherapie, muziek, kunsttherapie, e.d.).
- Gebruik van verschillende methodieken zoals bijv. belevingsgerichte zorg, levensboeken en validation therapie.
- 'Dementia care mapping' (onderzoek wees uit (FS SChaap, 2019) dat DMC weinig effectief is in de VG-sector).
- Gedragsmanagement, inclusief promotie van positief gedrag en zelfwaardering, angstmanagement en opzetten van programma's voor uitdagend gedrag, opzetten van plannen voor crisisinterventie.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. Omgeving
Personen die dementie ontwikkelen of verhoogd risico lopen van het ontwikkelen van dementie
hebben accomodatie en dag- en vrijetijdsactiviteiten die dementievriendelijk zijn en zijn opgezet
om aan hun behoeften tegemoet te komen. |
|
6. Omgeving
Personen die dementie ontwikkelen of verhoogd risico lopen van het ontwikkelen van dementie
hebben accomodatie en dag- en vrijetijdsactiviteiten die dementievriendelijk zijn en zijn opgezet
om aan hun behoeften tegemoet te komen. |
|
Een dementie vriendelijke omgeving betekent dat elke accomodatie en/of activiteit geschikt is in termen van:
- Fysieke en psychische veiligheid.
- Stimulering, in verhouding tot de behoeften.
- Geschikt gebruik van vlakverdelingen en kleuren in huizen en voorzieningen.
- Passende mate van licht en verlichting (licht - donker).
- Tijdige hulp en aanpassingen.
- Geschikte rolstoelen, speciale bedden en speciale zitplaatsen.
- Gebruik van geschikte ondersteunende technologieën.
|
|
Een dementievriendelijke omgeving betekent dat elke accomodatie en/of activiteit geschikt is in termen van:
- Fysieke en psychische veiligheid.
- Stimulering, in verhouding tot de behoeften.
- Geschikt gebruik van vlakverdelingen en kleuren in huizen en voorzieningen.
- Passende mate van licht en verlichting (licht - donker).
- Tijdige hulp en aanpassingen.
- Geschikte rolstoelen, speciale bedden en speciale zitplaatsen.
- Gebruik van geschikte ondersteunende technologieën.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. Ondersteuning van en door verwanten
Mantelzorgers worden bijgestaan om de persoon die dementie ontwikkelt of verhoogd risico loopt
op het ontwikkelen van dementie te begrijpen en te ondersteunen. Aan hun ondersteuningsvragen en -behoeften
wordt tegemoet gekomen. Daarnaast brengen zij zelf in dienstverlenende organisaties hun
ervaringsdeskundigheid in. |
|
7. Ondersteuning van en door verwanten
Mantelzorgers worden bijgestaan om de persoon die dementie ontwikkelt of verhoogd risico loopt
op het ontwikkelen van dementie te begrijpen en te ondersteunen. Aan hun ondersteuningsvragen en -behoeften
wordt tegemoet gekomen. Daarnaast brengen zij zelf in dienstverlenende organisaties hun
ervaringsdeskundigheid in. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. Deskundigheid professionals
Personen die dementie ontwikkelen of verhoogd risico lopen van het ontwikkelen van dementie
ontvangen advies en ondersteuning van een team van betrokken en deskundige professionals. |
|
8. Deskundigheid professionals
Personen die dementie ontwikkelen of verhoogd risico lopen van het ontwikkelen van dementie
ontvangen advies en ondersteuning van een team van betrokken en deskundige professionals. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. Samenwerking en ketenzorg
Personen ontvangen onderzoek, diagnose, behandeling en ondersteuning volgens principes van
ketenzorg. Daarbij is ook toegang mogelijk tot andere diensten dan die voor mensen met
verstandelijke beperkingen. De zorgorganisatie werkt daardoor samen met andere zorgorganisaties. |
|
9. Samenwerking en ketenzorg
Personen ontvangen onderzoek, diagnose, behandeling en ondersteuning volgens principes van
ketenzorg. Daarbij is ook toegang mogelijk tot andere diensten dan die voor mensen met
verstandelijke beperkingen. De zorgorganisatie werkt daardoor samen met andere zorgorganisaties. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10. Management en evaluatie van ondersteuning
De verkregen ondersteuning wordt geleverd, bewaakt en geƫvalueerd door een effectief functionerend management systeem. |
|
10. Management en evaluatie van ondersteuning
De verkregen ondersteuning wordt geleverd, bewaakt en geƫvalueerd door een effectief functionerend management systeem. |
|
|
|
|
|
|
Het zorgproces is zo ingericht dat: |
|
|
|
|
|
|
11. Ondersteuning in de laatste levensfase.
Personen met verstandelijke beperkingen en dementie ontvangen levenseindezorg conform hun
wensen (tenzij die indruisen tegen wetgeving). Zij worden in de gelegenheid gesteld en
ondersteund om in de eigen omgeving te sterven, zo nodig met tijdige aanvullende ondersteuning.
Voor de ondersteuning kan de publicatie van het NIVEL gebruikt worden, met verhalen en
adviezen voor zorgverleners, (Bekkema e.a., 2011). |
|
11. Ondersteuning in de laatste levensfase.
Personen met verstandelijke beperkingen en dementie ontvangen levenseindezorg conform hun
wensen (tenzij die indruisen tegen wetgeving). Zij worden in de gelegenheid gesteld en
ondersteund om in de eigen omgeving te sterven, zo nodig met tijdige aanvullende ondersteuning.
Voor de ondersteuning kan de publicatie van het NIVEL gebruikt worden, met verhalen en
adviezen voor zorgverleners. (Bekkema e.a., 2011). |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|